Tel:0637553541
‘Der Wind’ en ‘Was wärst du Wind’, twee liederen van de componist Wolfgang Friebe
Tot het repertoire van Klankkleur behoren deze twee composities van Wolfgang Friebe. In dit artikel vind je een korte toelichting over componist, liedtekst en tekstschrijver.
Wie was Friebe
Friebe is geboren in 1954 en woont in de buurt van Lüneburg, iets ten zuiden van Hamburg. Lüneburg, een provinciaal stadje bekend van het uitgebreide heidelandschap “Lüneburger Heide”.
Na afronden van zijn school is hij opgeleid tot Heilpedagoog. Van 1975 tot1978 volgde hij een studie aan de “Vrije Muziekschool. Kunst – Onderwijs – Therapie”. Hij is werkzaam geweest als heilpedagoog, docent en muzikant in Schotland. Van 1983 tot 2014 was hij muziekleraar op een school voor ernstig gehandicapte kinderen in Basel.
Hij heeft talrijke songcomposities geschreven, maar ook composities en arrangementen voor lier.
Der Wind
De tekst van het lied Der Wind is geschreven door Friebe zelf. De betekenis spreekt voor zich, het gaat over het waaiende karakter van de wind. Hij gaat over de velden en door de bomen; waar hij vandaan komt en naartoe verdwijnt, wij weten het niet.
Was wärst du Wind
De tekst van Was wärst du Wind komt van Christian Morgenstern, (1871-1914)
Was wärst du, Wind,
wenn du nicht Bäume hättest
zu durchbrausen;
was wärst du, Geist,
wenn du nicht Leiber hättest,
drin zu hausen!
All Leben will Widerstand.
All Licht will Trübe.
All Wehen will Stamm und Wand,
dass es sich dran übe.
Wind, wat ben je
als er geen bomen zouden zijn
om doorheen te razen
Geest, wat zou je zijn geest
als je geen lichaam had
om te bewonen
Al het leven heeft weerstand nodig
al het licht heeft donkerte nodig
al het waaien wil een stam en een muur
om eraan te oefenen
Christian Otto Josef Wolfgang Morgenstern
De poëzie van Morgenstern is zeer populair in Duitsland. Zijn filosofische en mythische werken zijn beïnvloed door Nietzsche (zijn vroege groteske gedichten), en Rudolf Steiner (zijn latere antroposofische verzen).
Hij was de zoon van een landschapsschilder. Na het vroegtijdig overlijden van zijn moeder werd hij in een pleeggezin grootgebracht. Hij volgde een (mislukte) officiersopleiding en een (afgebroken) studie economie. In 1893 krijgt hij voor de eerste keer TBC. Hij wordt journalist in Berlijn, publiceert een eerste dichtbundel en werkt – onderbroken door verblijven in sanatoria – voor theater en cabaret. Zo vertaalt hij toneelstukken van Strindberg en het complete toneel-oeuvre van Ibsen. In 1905 verschijnt zijn cabaretpoëzie in de bundel Galgenlieder en daarmee maakt hij naam. Zelf waardeert hij deze kolderpoëzie minder dan de antroposofische gedichten die hij onder invloed van zijn vriend Rudolf Steiner in het laatst van zijn leven schreef. Die zijn in deze tijd tamelijk onleesbaar geworden, terwijl de ‘galgeliederen’ stand houden. Ondermijnd door TBC sterft hij in 1914, vierenveertig jaar oud.